“Vorig jaar hebben we in CO2-equivalenten 42 vluchten van Amsterdam naar New York bespaard”
Overconsumptie en verspilling in de kledingindustrie: dáár wilden Laura Suijkerbuijk (35) en co-founder Monique Drent (34) graag iets aan doen. Vijf jaar geleden richtten ze dan ook The Swapshop op, waar je je kleding inlevert én tweedehands items scoort. Na een winkel in Amsterdam is daar vorig jaar ook Rotterdam bij gekomen.
De link is gekopieerd
Er is iets mis gegaan..
Hoe is jullie duurzame initiatief ontstaan?
Laura: “Monique en ik hebben samen gestudeerd en zijn al heel lang vriendinnen. Altijd hebben we geroepen: misschien moeten we ooit samen iets beginnen. We delen dezelfde waarden met betrekking tot overconsumptie en verspilling in de kledingindustrie. Dit speelt overigens op veel grotere schaal in de wereld, maar kleding is iets waarvan wij dachten er iets aan te kunnen doen. We wilden niet met een vingertje gaan wijzen, maar wél laten zien dat je ook in mooie kleding kunt rondlopen zonder dat het nieuw hoeft te zijn. We organiseerden een klein kledingruilevenement, waarna er meer volgden. Vijf jaar geleden kregen we de kans om voor een paar maanden een pop-up winkel te openen in Rotterdam. Dat beviel goed en mensen waren enthousiast. Uiteindelijk kregen we financiering en hebben we drie jaar terug de winkel in Amsterdam geopend.”
Hoe bewaken jullie de kwaliteit van de kleding die wordt ingeleverd?
“Zodra de kleding van welk materiaal dan ook binnenkomt, selecteren wij het. In de winkel werken we met een swapsysteem. Hoe hoger de kwaliteit van je ingeleverde items, hoe meer swaps je ontvangt. Daarmee krijg je korting op items in de winkel. Is de kwaliteit van de kleding die wordt ingeleverd goed genoeg, gaat het de winkel in. Is dat niet het geval, gaat het naar de opslag voor donatie of recycling. In Amsterdam wordt het bijvoorbeeld door een sociaal leer- en werkbedrijf van de gemeente opgehaald en naar verschillende bestemmingen gebracht. Onlangs zijn we ook begonnen met een circulair ketenproject. De kleding die niet bruikbaar is, gaan we in de toekomst recyclen. De garens die hieruit voortkomen, worden tot stof verweven. Daar wordt een product van gemaakt. Ons eerste is een laptophoes van deels gerecycled katoen. Zo willen we nog veel meer producten laten maken, waarvoor we op zoek zijn naar een retailer die ze wil vermarkten.”
Wat is de daadwerkelijke impact van jullie manier van werken?
“We hebben inzicht in hoeveel kilo er is ingeleverd en welke items er zijn aangeschaft. Op basis daarvan kunnen we met ons rekenmodel berekenen hoeveel we hebben bespaard. Wij vertalen dat altijd in vluchten van Amsterdam naar New York, het energieverbruik van Nederlandse huishoudens en douchebeurten, omdat dat bij mensen meer tot de verbeelding spreekt. Vorig jaar zijn er in de winkel in Amsterdam in een jaar tijd 25.000 kledingstukken ingeleverd en 9.500 kledingstukken aangeschaft. Daarmee hebben we - in CO2-equivalenten - 42 vluchten van Amsterdam naar New York bespaard, en daarnaast een jaar lang energieverbruik van tien Nederlandse huishoudens en 200.900 douchebeurten. Verreweg de grootste impact zit ‘m in de aanschafkant. Een tweedehands of nieuw geproduceerd kledingstuk aanschaffen is een wereld van verschil. We willen de impact nu laten visualiseren in de winkel, zodat iedereen kan zien dat je op deze manier daadwerkelijk verschil maakt.”
Hoe is de band binnen het team?
“Monique en ik hebben vaak aan een half woord genoeg, omdat we elkaar al zo lang kennen. We vinden het belangrijk om de teams zoveel mogelijk bij alles te betrekken. In Amsterdam hebben we drie en in Rotterdam twee werknemers. Zij zijn intrinsiek erg gemotiveerd, want ze staan achter onze missie. Er is bij ons ook altijd ruimte voor eigen inbreng. Wekelijks krijgen we verzoeken van mensen met de vraag of ze bij ons mogen werken. Daaruit blijkt maar weer dat jongeren steeds vaker werk willen doen waar ze achter staan en waarmee ze impact kunnen maken. Dat is echt merkbaar.”
Hebben jullie dromen voor de toekomst?
“Uitbreiden! Het liefst willen we in zoveel mogelijk Nederlandse steden een winkel hebben. Het lijkt ons heel tof om dit samen met een ondernemersnetwerk te doen, waarbij iedereen z’n eigen inbreng heeft en The Swapshop met z’n eigen ervaring naar een hoger niveau tilt. De één heeft tenslotte kennis op het gebied van marketing, de ander op het gebied van styling of community building. Het zou gaaf zijn als we dat bij elkaar kunnen brengen en samen bouwen aan succesvolle winkels in zoveel mogelijk steden. Over vijf jaar in ieder geval tien winkels, daar streven we naar.”