Miljardenwinsten uit aardolie; 'groen’ groeit op lange termijn

...

Voor beleggers zit de toekomst vooral in groene energie. Foto: iStock.

Door de hoge energieprijzen maken oliemaatschappijen miljardenwinsten. Beleggers in ‘fossiel’ pakken daarmee snel fors rendement. De groene energiesector lijkt (nog) veel minder te profiteren. Hoe zit dat? En hoe zit Pensioenfonds Detailhandel daarin?



Tegenover die olievette winstcijfers steken de resultaten van de tien grote hernieuwbare energiebedrijven karig af. Tesla, Vestas, Ørsted, Siemens Gamesa, Enphase, Vattenfall, First Solar, Sunpower, Eon en Nextera behaalden in de eerste zes maanden van het jaar samen een plus van $ 5,5 miljard. Is beleggen in groene energie zoveel minder rendabel?

Het Financieele Dagblad publiceerde onlangs een marktanalyse op basis van halfjaarcijfers voor de eerste helft van 2022. Voornaamste conclusie: de groene energiesector heeft (nog) beperkt mogelijkheden om winst te maken doordat de elektriciteitsmarkt fundamenteel verschilt van die voor olie en gas.

Alle onderdelen van de keten
Eén van de belangrijke verschillen tussen beide sectoren is dat oliemaatschappijen doorgaans alle onderdelen van de keten bezitten. Het FD citeerde onder meer Barbara Zuiderwijk, oprichter en partner van Green Giraffe, die groene energiebedrijven financieel adviseert: “Oliemaatschappijen pompen op, verschepen, bewerken, verkopen én verhandelen de olie en gas. Daar gaat geen geld verloren. In de groene sector is alles verdeeld: bedrijven die produceren, bedrijven die het transporteren, bedrijven die het verkopen. Daar zit overal risico-opslag tussen. Daardoor is het voor individuele bedrijven lastiger om geld te verdienen.”

Productie makkelijk aanpassen
Een ander verschil: oliebedrijven kunnen hun productie makkelijk aanpassen aan de vraag en het prijsniveau. Ze kunnen bij lage olie- en gasprijzen besluiten om minder te produceren en bij hoge prijzen juist meer. “Dat heb je niet in de elektriciteitsmarkt. Daar heb je als bedrijf veel minder invloed op de markt, omdat je stroom moet gebruiken op het moment dat je het produceert”, aldus Zuiderwijk. Het opladen van accu’s of het produceren en opslaan van waterstof kan nog maar mondjesmaat. Is het aanbod groene energie hoger dan de energievraag op dat moment, dan daalt de prijs per kWh en daarmee het rendement.

Daarnaast leggen ontwikkelaars van windparken de stroomverkoop vaak al bij aanvang van zo’n project voor meerdere jaren vast. Ook dat beperkt de winstmogelijkheden. Zuiderwijk: “Als er nu een hele hoge elektriciteitsprijs is op de markt, is het fantastisch als je tegen die prijs je windstroom langjarig kunt verkopen, maar dat is lang niet altijd het geval.”

Niemand wil nog investeren in olie
Toch zit de toekomst ook voor beleggers vooral in groene energie. Olie- en gasbedrijven stevenen op dit moment op veel lagere koerswinstverhoudingen dan bedrijven in de groene-energiesector, aldus het FD in de analyse. Die verhoudingen geven weer hoeveel keer de winst van een bedrijf op de beurs wordt betaald door beleggers. Voor Shell betalen beleggers nu ruim vijf keer de verwachte winst per aandeel, terwijl dat voor Ørsted ruim 22 is en voor het Amerikaanse hernieuwbare energiebedrijf Nextera zelfs 68.

“Bijna niemand wil nog investeren in olie- en gas”, aldus energie-investeerder Marcel van Poecke. “Het investeringssentiment is de afgelopen jaren helemaal gedraaid. Beleggers willen alleen maar pure energiebedrijven kopen en zijn kennelijk bereid om daar hele hoge ‘multiples’ voor te betalen. Ook als die bedrijven maar mondjesmaat winst maken.”

“Geleidelijk beleggen we steeds minder in fossiele brandstoffen”
Pensioenfonds Detailhandel kijkt bij beleggen in fossiel en groene energie naar de lange termijn. Louise Kranenburg, Manager Verantwoord Beleggen bij Pensioenfonds Detailhandel: “Ons doel is dat we in 2050 volledig energieneutraal willen beleggen. De komende jaren zullen we geleidelijk overstappen naar steeds meer beleggen in bedrijven die actief zijn in duurzame energie. En minder in fossiele brandstofreserves: wat betreft aandelen zijn die beleggingen vorig jaar met 50% gedaald, wat betreft leningen aan bedrijven is dat 30% minder.”

Via dialoog tot verbetering
“Overigens geloven wij als belegger meer in een dialoog met een bedrijf dan in weglopen door onze aandelen in dat bedrijf te verkopen. Immers: als je geen aandeelhouder meer bent, heb je ook geen invloed meer op het beleid. En als wij weglopen, ziet onze aandelenportefeuille er wel schoner uit, maar verandert dat feitelijk niks aan de uitstoot in de wereld. Wij verkopen onze beleggingen alleen als we constateren dat een bedrijf echt helemaal niets verandert en een hoog klimaatrisico heeft. We analyseren de bedrijven die veel CO2 uitstoten. En als ze niet of nauwelijks willen verbeteren en er geen beweging in zit, kan het er uiteindelijk toe leiden dat we afscheid nemen van die bedrijven.

Lees het artikel van het FD hier.